Lux Aeterna is een intiem werk van stille sereniteit gecentreerd rond een universeel symbool van hoop,

geruststelling, goedheid en schittering.


*Marten Lauridsen*

 


Van de vijf delen zijn het eerste en het laatste genomen uit het klassieke Requiem. 

 In het eerste deel Introïtus wordt de Heer gesmeekt om eeuwige rust voor de overledenen en om het eeuwig licht over hen te doen schijnen. Het vijfde deel  is - uit diezelfde mis genomen - het Agnus Dei, waarin - naast de gebruikelijke formuleringen (Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld) andermaal wordt gebeden om het eeuwig licht, dat schijnen moge over de afgestorvenen.

In het eerste deel is vooral de canon op Et Lux Perpetua opmerkelijk.

Het tweede deel is gecomponeerd rond de tekst van het In te, Domini, speravi  (Op U, O Heer, heb ik mijn hoop gesteld). In dit deel komt het licht terug in de zin Exortum est in tenebris lumen rectis (In duisternis werd het Licht ontstoken voor de rechtvaardigen).

Het derde deel (O nata lux) (O, (uit licht geboren) licht) bezingt de geboorte van Jezus zoals die - bijvoorbeeld - ook te beluisteren valt in de traditionele Christmas Carol: O Come all Ye Faithfull (God of God, Light of Light).

Het vierde - en tegelijk meest meeslepende - deel van dit werk is het Veni Sancte Spiritus: al evenzeer een traditioneel katholieke hymne, waarin de komst van de Heilige Geest en de uitstraling van diens lichtstralen wordt afgesmeekt.
Het Agnus Dei in het laatste deel wordt afgesloten met een gedeelte Lux Aeterna, waarin motieven uit het eerste deel terugkomen.

Lauridsen heeft zelf over deze compositie geschreven: Lux Aeterna is een intiem werk van stille sereniteit gecentreerd rond een universeel symbool van hoop, geruststelling, goedheid en schittering.

 

U vindt ons ook op social media: